Het is om de zoveel tijd wel eens een hot topic: rhinopneumonie bij paarden!
Je weet intussen al dat dit in sommige gevallen zeer gevaarlijk kan zijn. Maar wist je ook dat dat niet altijd zo is? Er bestaan namelijk verschillende typen en vormen. We leggen het je graag even uit!
Rhinopneumonie, wat is dat?
Wat is rhinopneumonie nu eigenlijk? Het is een virus dat behoort tot de familie herpesvirussen. Waar mensen als vaakst voorkomende klacht een koortslip hebben, kan het virus bij paarden heel wat andere gevolgen hebben. Hoe paarden het kunnen krijgen, lees je in de tekst hieronder!
Welke vormen bestaan er?
Er bestaan 2 types en 3 hoofdvormen, sommige daarvan kennen nog subtypes.
De 2 belangrijke types zijn EHV1 en EHV4, die namen heb je vast wel al eens zien passeren. De EHV staat voor Equine HerpesVirus. Type 4 blijft doorgaans in de neus, en geeft vooral verkoudheidssymptomen, terwijl type 1 op dezelfde manier kan starten maar in een tweede fase ook naar verschillende organen kan doorstromen. Het bereiken van de organen (bv. baarmoeder of ruggenmerg) zorgt voor de zwaardere ziektebeelden, wat van EHV type 1 de ernstigste versie maakt.
Heeft je paard bepaalde klachten? Met een shiatsu behandeling kunnen we de weerstand van je paard meteen boosten om klachten weg te nemen.
De 3 hoofdvormen zijn de verkoudheids-, abortus- en neurologische vorm. De laatste 2 kunnen volgen op de verkoudheidsvorm, maar evengoed plaatsvinden zonder voorafgaande verkoudheidssymtomen!
Verkoudheidsvorm rhinopneumonie
De naam zegt het zelf al! Je paard vertoont verkoudheidssymtomen; koorts, hoesten, loopneus, verminderde eetlust en dikke benen zijn er enkele van. De luchtwegen van je paard zijn dus geïnfecteerd, het virus kan zich vermeerderen in het slijmvlies van de neus en luchtpijp. Helaas is het niet altijd zo dat je paard duidelijke symptomen vertoont, je kan het dus niet altijd opmerken.
Deze vorm kan veroorzaakt worden door zowel type 1 als 4 van het EHV.
Abortusvorm rhinopneumonie
Ook deze vorm kan worden veroorzaakt door beide types EHV. Wanneer het virus door de bloedbaan van een drachtige merrie naar de organen wordt verspreid, en het de baarmoeder bereikt kan dit aanleiding geven tot abortus, of de geboorte van een veulen dat te zwak is om te overleven.
De abortus vindt meestal plaats tijdens het laatste deel van de dracht, maar dan is de infectie gewoonlijk al minstens 2 weken tot zelfs enkele maanden eerder gebeurd!
Neurologische vorm rhinopneumonie
Wanneer het virus via de bloedbaan in het ruggenmerg terechtkomt, kan dit zorgen voor ataxie (wankelen) of zelfs het onvermogen om recht te staan door verlammingsverschijnselen! Dit wordt meestal vastgesteld in de achterbenen, maar kan in ernstige gevallen ook worden waargenomen in de voorbenen. De bloedvaten die het zenuwweefsel van zuurstof en voedingsstoffen moet voorzien wordt dan zodanig aangetast dat de functie niet meer optimaal is.
Deze vorm kan ook versneld worden door stress (vervoer, wedstrijden,…). De neurologische symptomen van rhinopneumonie bij paarden kunnen hierdoor toenemen.
Deze vorm wordt altijd veroorzaakt door type 1, en komt gelukkig veel minder vaak voor. Helaas is de uitbraak in maart 2021 (internationaal concours Spanje) hier wel een voorbeeld van!
Hoe ernstiger de ziekte zich voordoet bij jouw paard, is afhankelijk van een aantal factoren. Net zoals het menselijk herpesvirus, is ook het equine herpesvirus heel vatbaar voor dragerschap.
Uiteraard is ook hier is voorkomen beter dan genezen! Boost het immuunsysteem van je paard, Equina geeft je advies!
Diagnose rhinopneumonie bij paarden
Bij een vermoeden van type 1 gebeurt de diagnose door neusswabs, EDTA-bloedmonsters, longaspiratiebiopten bij veulens of een vaginaalswab bij merries.
In geval van type 4 wordt er gewerkt met neusswabs, longaspiratiebiopten bij veulen en vaginaalswabs bij merries.
Besmettelijkheid & verspreiding
Hoe besmettelijk is dit virus nu eigenlijk? Hoeveel zorgen moeten we ons maken? Het grootste risico wordt eigenlijk gevormd door het stallen van paarden! Direct contact onderling of via de mens is de grote boosdoener! Paarden die elkaar aanraken hebben uiteraard grote kans op besmetting, maar ook voederbakken, drinkbakken, likstenen, bodembedekking, halster,… kunnen een mogelijke overdracht vormen. Ook de ruiter of stalbezoeker is vaak (uiteraard onbedoeld) een verspreider. Het virus kan zich gedurende een tijd hechten aan je huid, kleren, handschoenen, noem maar op! Ruiters die dus van het ene paard op het andere stappen kunnen ook dit virus doorgeven. Indien een ruiter op dezelfde stal verschillende paarden rijdt, kan de overdracht uiteraard ook gewoon onderling gebeurd zijn. Gaat de ruiter van de ene naar de andere stal ligt hierin wel een risico. Goed douchen en propere kleren aantrekken zijn hier dus niet overbodig!
De kans dat een paard besmet raakt op (buiten)wedstrijd waar hij géén direct contact heeft met andere paarden (zelf of via ruiter welteverstaan!) is vrij klein maar helaas ook niet onbestaand. Ook een indoor (inrij)piste kan een gevaar vormen door het hoge aantal paarden op kleinere oppervlakte.
De incubatietijd van dit virus bedraag 5 à 12 dagen, wat voor paarden die vaak getransporteerd worden kan maken dat ze al verschillende andere paarden besmetten voor het virus wordt opgemerkt.
Er zijn uiteraard nog enkele andere factoren die een grote rol spelen bij de besmettelijkheid van rhinopneumonie bij paarden! De afstand waarbij een infectie kan overdragen: bij rhinopneumonie bij paarden wordt aangenomen dat er op enkele meters afstand al geen overdraging meer mogelijk is.
Ook de hoeveelheid virus speelt een rol in de besmetting van het virus. Paarden (en ezels ook trouwens) zijn zeer gevoelig voor het virus, en hebben dan ook niet veel nodig om de ziekte door te maken.
Of ze deze ziekte doormaken, hangt grotendeels af van de hoeveelheid smetstof en de hoeveelheid antilichamen waarover het paard beschikt.
Afweerstoffen tegen rhinopneumonie bij paarden?
Dat is ook de reden waarom sommige paarden op stal de infectie niet (of pas veel later dan de andere paarden) krijgen. Indien de weerstand van het paard hoog genoeg is, kan het paard een vrij hoge infectiedruk weerstaan. Kort door de bocht komt het er dus op neer dat de paarden met de hoogste weerstand niet, of als allerlaatste zullen besmet worden! Wil je je paard helpen z’n eigen weerstand te bieden? Met een basisbehandeling, die je bij Equina live of online kan leren, ondersteun je je paard op een efficiënte en leuke manier!
Gelukkig beschikt ongeveer 90% van de paarden over afweerstoffen tegen EHV4. Voor EHV1 is dat 30%.
Helaas geeft rhinopneumonie vaak dragerschap. Dit houdt in dat, eens je paard de ziekte heeft doorgemaakt, er veel kans bestaat dat je dier drager blijft. Wanneer de weerstand van je paard door andere omstandigheden even wat lager ligt, kan het zijn dat de oude infectie toch weer even opflakkert. Nieuwe infecties van bijvoorbeeld jonge paarden of paarden met weinig weerstand gebeuren dus ook door een paard op stal dat drager is.
Behandeling
In geval van de verkoudheidsvorm is er geen specifieke reguliere behandeling. Bij Equina kunnen we je wel helpen met het ondersteunen van je paard, de klachten van je paard te verminderen.
De abortusvorm is heel moeilijk te behandelen; de merries geven doorgaan geen of weinig ziekteverschijnselen zodat het pas vastgesteld wordt bij het verwerpen van het veulen. Voor het veulen zelf (indien toch geboren) kan er meestal niet veel meer gedaan worden.
Paarden met de neurologische vorm van rhinopneumonie bij paarden kunnen niet echt een therapie volgen, maar hebben wel intensieve verpleging nodig. Ze kunnen dan vaak ook gedeeltelijk of zelfs volledig herstellen!
Het is zeer moeilijk om het dragerschap te verwijderen uit het lichaam. Dit is wél mogelijk door middel van toegepaste kinesiologie. Hiermee kan op celniveau getest én behandeld worden!
Bij een acute infectie kan Equina helpen bij het verlichten van de klachten van rhinopneumonie bij paarden, zowel door het toepassen van shiatsu technieken alsook advies over homeopathie.